Wat is piekeren
Iedereen piekert wel eens. Voor de één is het dagelijkse kost, de ander piekert af en toe. Je tobt, maalt herhaaldelijk en langdurig over iets maar in tegenstelling tot denken komt er geen oplossing. Dit kan ervoor zorgen dat je in een negatieve spiraal terecht komt. Ook kinderen kunnen enorm opgeslorpt worden door een hoofdje dat nooit stil blijkt te staan. Een kind kan angst, onzekerheid en een gespannen gevoel ervaren, kan zich moeilijker concentreren en slaapproblemen ontwikkelen.
6 tips om te stoppen met piekeren
Tip 1: Gedachten opmerken
Het spreekt voor zich dat je ervan bewust moet zijn dat je aan het piekeren bent. Dikwijls wordt er op automatische piloot gepiekerd zonder het te beseffen. Bij je kind kan je dit opmerken doordat het afwezig lijkt, droomt, zich somber, angstig of verdrietig voelt, niet tot een besluit komt.
Tip: Laat een kind zijn hoofd eens tekenen. Hoe ziet dat er vanbinnen uit, wat zit er allemaal in? Is het er druk, rustig? Hoe voelt dat?
Tip 2: Gedachten onderzoeken
Piekeren gaat meestal over niet-helpende gedachten. Gedachten over iets dat geweest is in het verleden of over iets waarvan we denken dat het zich zal voordoen in de toekomst. Vb. Ik wilde dat ik mijn toets beter had gedaan, ik ben dom. Toon heeft vorig jaar iets lelijks tegen mij gezegd, ik blijf nog steeds boos op hem. Wat als ik mijn tekst vergeet bij mijn spreekbeurt? Wat als ik niemand ga kennen op mijn nieuwe hobby? Wat als niemand mij leuk gaat vinden? In beide gevallen ga je voorbij aan de schoonheid dat het leven nu te bieden heeft. Aan het verleden kan je niets meer veranderen en niemand kan de toekomst voorspellen. (Je kan natuurlijk wel leren uit het verleden maar dat is iets anders dan erover piekeren). Dus stop met er energie aan te verspillen. Je kan ook tobben over iets dat nu aan het gebeuren is, dan kan je je gedachten verder onderzoeken op hun waarheid en behulpzaamheid.
Katie Byron bekend van The Work en van meerdere boeken is dé persoon als het gaat over belemmerende gedachten onderzoeken en aanpassen. Jarenlang worstelde zij met depressies en negatieve gedachten tot ze op een dag besefte dat niet de gebeurtenissen haar lijden veroorzaakte maar wel haar gedachten over die gebeurtenissen. In haar boek “Vier vragen die je leven veranderen” ga je aan de hand van de 4 onderstaande vragen je gedachte onder de loep nemen en op het einde je gedachte omkeren.
- Is het waar?
- Kun je absoluut weten dat het waar is?
- Hoe reageer je, wat gebeurt er, wanneer je die gedachte gelooft?
- Wie zou je zijn zonder de gedachte?
Keer de gedachte om.
Probeer het zelf en ontdek waar jouw belemmerende gedachten zitten.
Katie Byron schreef ook Tijger-Tijger is het waar? Een mooi boekje voor kinderen van 4 tot 10 jaar waar zij het bovenstaande integreert in een verhaal op kindermaat.
Tip: Zeg niet tegen je kind: “Denk er maar niet aan”. Waar denk jij aan als ik zeg dat je niet aan een roze olifant mag denken. Inderdaad, je ziet hem al helemaal voor je. Ga in de plaats op onderzoek uit. Welke angst zit er onder deze gedachten?
Tip 3: 5 G’s
Een goede manier om kinderen te laten ontdekken wat zij denken in bepaalde - voor hun lastige - situaties en welke invloed deze gedachten hebben op hun gevoel en hun gedrag, is het werken met de 5 G’s.
Ik leg 5 vloerankers op de grond. Ik vraag het kind om bij het vloeranker gebeurtenis te gaan staan en deze zo rationeel mogelijk te beschrijven. Dan gaan we naar het blaadje gedachte. Al heel snel komen hier een hoop oordelen piepen. Oordelen over zichzelf, over de ander, over hoe het zou moeten zijn,… Juist, een heleboel niet-helpende gedachten. Dan gaat het kind naar het anker gevoel. Hoe voel je je als je dit denkt? Onzeker, bang, jaloers, boos, verdrietig,… Vervolgens komt het blaadje gedrag. Wat doe je dan? En ten slotte het blaadje gevolg. Wat is het gevolg?
Bij negatieve, niet-helpende gedachten doen we de oefening opnieuw maar nu met meer helpende gedachten voor deze situatie. Ik laat het kind ervaren hoe het zich nu voelt en hem ontdekken dat zijn gedachten heel veel invloed hebben op hoe het zich voelt en op zijn gedrag.
Tip 4: Helpende gedachten
Laat je kind zijn gedachten opschrijven. Vraag hem dan om voor elke niet-helpende gedachte een helpende gedachte op te schrijven. Vb.:
- Ik kan het niet >-< Ik kan het nu nog niet. Ik ben het aan het leren
- Ik kan het niet >-< Ik doe gewoon mijn best
- Ik ben lelijk >-< Ik ben goed zoals ik ben
- Wat gaan anderen van mij denken >-< Anderen mogen denken wat ze willen, het is maar een mening en geen waarheid
- Wat gaan anderen van mij denken >-< Ik laat mijn eigenwaarde niet afhangen van de mening van anderen.
Een handige tool zijn de kaartjes Helpende gedachten van Adinda de Vreede of de Eigenwijsjes of Okidootjes van dubbelzes uitgeverij.
Tip 5: Dankbaarheidsdagboekje
Laat je kind elke avond voor het gaat slapen 5 tot 7 dingen benoemen waar het die dag dankbaar voor kan zijn. Vb.: Ik ben dankbaar dat de nieuwe juf zo vriendelijk was tegen mij. Ik ben dankbaar voor de pakjes die ik kreeg voor mijn verjaardag. Ik ben dankbaar dat mijn mama mij geholpen heeft met mijn huiswerk. Ik ben dankbaar dat ik goede vrienden heb. Ik ben dankbaar dat ik 3x/dag kan eten. Elke dag opschrijven waar je dankbaar voor bent, helpt je bij het zien van de dagelijkse mooie momentjes en helpt om positiever in het leven te staan.
Tip 6: Visualisaties
Als je merkt dat je kind te veel in zijn hoofd zit, kan je hem een visualisatie/meditatie voorlezen om hem te laten ervaren dat gedachten van voorbijgaande aard zijn. Vb. door gedachten te zien als voorbij drijvende wolken die komen en gaan. Of door gedachten aan ballonnen te knopen die je zo los kan laten. Of door gedachten weg te blazen met een bellenblazer.
Tip: Toon geduld en vraag dat je kind vriendelijk is voor zichzelf. Nieuwe denkpaadjes aanleggen in je brein vraagt tijd, moed, veel oefenen en een liefdevolle stem.
Vind je het moeilijk om je piekervogel nieuwe inzichten bij te brengen, twijfel niet om mij te contacteren. Zowel coaching als mindfulness trainingen kunnen erg waardevol zijn voor jouw kind.